Return to site

Het laatste steekspel

het einde van een tijdperk

Op het einde van de Middeleeuwen was de wereld van de ridders nog slechts een schaduw van zichzelf. Het illustere symbool van hun macht – het riddertoernooi met zijn pracht en praal – kreeg letterlijk de ‘doodsteek’ door de tragische dood van koning Hendrik II van Frankrijk tijdens het ‘steekspel’ van 1559. De vervlogen dagen van koning Arthur gingen voorgoed de wereld van de legenden in: het heimwee naar Camelot zou er alleen maar groter op worden.

 

Daniel Carlo Pangerl doet ons het relaas*:

 

…/... Eind juni 1559 trouwde Hendriks dochter Elizabeth met de Spaanse koning Philip II; natuurlijk moest het heuglijk feit gevierd worden met een grootscheeps toernooi in de Franse hoofdstad.

Vanaf een rijkversierde tribune verlustigde Hendrik zich twee dagen lang aan het spektakel, maar op de derde dag sloeg het hem in de bol. Hoe is het anders te verklaren dat een veertiger met flink overgewicht en grijzend haar, zonder recente ervaring op het toernooiveld, zijn schildknapen verbijsterde door zich in zijn glanzende harnas te hijsen en zijn lievelingsschimmel te bestijgen?

Legeraanvoerder Montgomery nam als tegenstrever de ondankbare taak op zich om op halve kracht te strijden, om de koning niet te blameren.

Hendrik wist echter van geen ophouden tot Montgomery’s lans Hendriks hoofd met volle kracht raakte, zodat die onder luid geraas tegen de grond smakte. Toen het bloed uit ‘s konings helm stroomde, deed een arts een gruwelijke ontdekking: de lans was op het vizier aan splinters geslagen, maar een fors deel ervan had zich uitgerekend door de smalle kijkspleet in Hendriks gezicht geboord.

De bewusteloze koning werd omringd door geneesheren, oa twee pioniers van de chirurgie: de Fransman Ambroise Paré en de Brabander Andreas Vesalius. Met een pincet verwijderden zij zes houtsplinters uit de oogkas van hun patiënt – twee ervan waren maar liefst negen centimeter lang. Maar naar de omvang van de interne, niet zichtbare verwondingen konden ze slechts gissen. Ze grepen naar een macaber middel om in elk geval aan vergelijkingsmateriaal te komen: vier ter dood veroordeelde misdadigers werden inderhaast terechtgesteld, de schedels van de romp gescheiden en naar Paré en Vesalius gebracht. De chirurgijns doorboorden de gezichten met genoeg kracht om de lanspunten tot in de hersenen te drijven. Vervolgens sneden ze met een scalpel de hoofden open en keken welke delen ervan beschadigd waren geraakt.

Intussen verergerde Hendriks toestand. Elke harteklop bezorgde hem ondraaglijke hoofdpijn, het duizelde hem en zijn algehele gezichtsvermogen was aangetast. Vanaf de vierde dag na het ongeluk namen ook zijn koortsaanvallen in hevigheid toe. Vesalius vermoedde een hersenbeschadiging; hij wilde dan ook de schedel openen, maar de andere artsen vonden die ingreep te gevaarlijk.

Op 10 juli stiet Hendrik een laatste kreet uit en viel dood terug in de kussens van zijn ziekbed.

Hoewel de onfortuinlijke Montgomery geen enkele blaam trof, nam Hendriks weduwe Catharina de Medici op gruwelijke wijze wraak. Ze liet de ridder onthoofden en zijn lijk in vieren houwen. Bovendien verbande ze Hendriks maîtresse Diana van Poitiers van het Parijse hof.

Hendriks opvolger Frans II was dermate van streek door het gruwelijke lot van zijn vader, dat hij al in juli 1559 een wet uitvaardigde: voortaan waren riddertoernooien in Frankrijk streng verboden. In de decennia erna volgden de overige Europese landen dit voorbeeld.

Omstreeks 1600 kwam er zo een eind aan de hoofse toernooicultuur en daarmee aan één van de laatste tradities die de overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd overleefd hadden.

In 1618 brak de Dertigjarige Oorlog uit, die grote delen van het continent teisterde met een tot dan toe ongekend geweld; de kroniekschrijvers hadden alle reden om met weemoed terug te denken aan de ridderlijke deugden van weleer .../...

 

– In de 14° eeuw vinden we bij G. Chaucer ** een beschrijving van een gewelddadig groepstoernooi (in een oude vertaling): een echte veldslag, en dat alleen maar om te ‘spelen’!

 

Op springen speren twintig voeten hoge,

zwaarden, als zilver blank, worden getogen,

helmen in twee gekorven en geblutst,

wijl ‘t rode bloed in dichte stromen gutst.

 

Met zware knotsen brijzlen zij de knoken,

hier heeft één door ‘t dichtst gedrang gebroken,

daar tuimlen er met sterk genet** en al,

deze rolt onder voet net als een bal.”

 

– een leuke film rond het steekspel is “A Knights’ Tale” van Brian Helgeland, met oa Heath Ledger als sympathieke held. Het is een aanstekelijk middeleeuws avontuur, losjes geïnspireerd op ‘The Canterbury Tales’ van Geoffrey Chaucer (die er ook een rol in krijgt), dat romantiek vermengt met fratsen, heerlijke anachronismen, en swingt op het ritme van een originele rocksoundtrack. Geestig !

 

________________________________________Fantastoricus_________________

 

* Zoals beschreven in het tijdschrift ‘Geschiedenis’ (juni 2019), in een artikel van Daniel Carlo Pangerl: ”don’t try this at home”.

** Geoffrey Chaucer (1341 – 1400) is als schrijver vooral bekend van de Canterbury Tales.

*** Genet = Spaans rijpaard.

 

Meer op de blog fantastoricus.strikingly.com of facebook van Raphaël Snoeck.

Reageren kan ook op raphaelsnoeck@skynet.be