Return to site

Good bye old friend

een afscheidsgroet voor Koen Panier

Goede vriend, het doet pijn om voorgoed afscheid van je te moeten nemen nu je vertrokken bent voor je laatste reis – naar het eeuwige niemandsland.

 

.../. “Er is dat gevoel van leegte, dat begrijp ik. Ik begin te geloven dat je daar niets aan kunt veranderen. De gaten in je leven zijn daar voor altijd. Je moet eromheen zien te groeien, zoals boomwortels rond beton; je moet jezelf door de gaten kneden” ./...*

 

Ik weet niet veel, alleen dat mijn gegroefde ziel me leerde dat naast de pijn van het verlies er ook een groot gevoel van dankbaarheid komt voor de mooie momenten samen. Verdriet vraagt tijd... het gaat wel over, zegt men... op één of andere manier… maar het is meer dan dat… het wordt ook een wezenlijk deel van ons, omdat vriendschap groots is; en ook al zagen wij door “les choses de la vie “ mekaar steeds minder, je verdient het altijd bij mij te zijn, over tijd en ruimte heen – in mij te blijven... je bent en blijft een stuk van mijzelf, als een blijvend cadeau. Dat is misschien het ultieme voorrecht en geschenk van en voor wie afscheid moet nemen.

 

Er is zoveel dat wij deelden: onze gretige zoektocht in het leven, de zeil- en andere avonturen; de dagen als zeilinstructor aan zee en bij de ‘zeescouts’, onze opstand tegen de dwaasheid van het rechtse geweld, de bevlogen nachten in de bruine kroegen van Gent, Mechelen en Antwerpen – café de Muze, het Trefpunt, de Verloren Zoon, studio Scoop... en jouw inzet voor ‘de Andere Film’; de koestering van de vrouwen in ons leven en mekaars steun in de teleurstellingen, onze grote illusies en verlangens en de katers die er bij horen; onze muzikale helden, van Woodstock tot de wonderlijke Jazz van Miles Davis en Coltrane, Frank Zappa… het voor ons onverwoestbare “sweet child in time”, onze 18° verjaardag rond het legendarische mei ‘68, de memorabele ‘summer of ‘69’... de intense zwanenzang van onze jeugd.

 

De vele toffe herinneringen leveren onvergetelijke anecdotes op. Het was soms verbazend hoe ‘de dingen’ vaker samenvallend naar ons toe kwamen:

zoals die keer dat we samen een voettocht deden in de Ardennen en eigenlijk verdwaald geraakten; geen paniek maar we waren wel door onze watervoorraad heen; je gekscheerde: “my kingdom for a cool beer”. Enkele minuten later moesten we door een beek waden en ik zag je plots verstarren. Zonder een woord wees je mij naar iets dat blonk in het water. Het waren twee flesjes Stella Artois die in de beek tussen twee stenen gekneld zaten, denkelijk achtergelaten/vergeten door andere stappers of vissers. De biertjes waren perfect bewaard en nooit hebben we zo genoten van een frisse pint. In de maanden erna hebben wij het gebeuren verteld aan iedereen die het wilde horen, en ook al bekeek men ons soms ongelovig, voor ons is het altijd een vrolijk symbool gebleven van de soms onvoorspelbare verrassingen in ons samenzijn.

Ik denk ook aan het onvergetelijk moment dat “riders on the storm” van the Doors weerklonk op de boordradio toen we met de ‘Robberik’ door een vliegende storm moesten zeilen.

 

Nu is er vooral het gevoel van pijn om het onherroepelijk verlies. Iemand vroeg: komen wij er ooit wel overheen?

Ik denk dat het gevoel van verlies eigenlijk nooit weg gaat, maar op een dag merk je dat je het niet meer zo verschrikkelijk vindt dat je het meedraagt, hoe ongelooflijk dat nu ook klinkt. Het litteken op je ziel wordt een sieraad, je smaakt weer de herinnering aan de vreugde die je gekend hebt, het voorrecht om het samenzijn gekend te hebben, een stuk van het levenspad samen gedeeld te hebben… en dan komt er steeds meer plaats voor dankbaarheid.

 

Beste Koen, compadrito en partner in crime… het leven toonde ons de weg en wij hebben er ons niet tegen verzet. Wij gingen samen een heel eind op pad – de reis was belangrijker dan het doel… en we wisten van elkaar dat we het zouden aanvaarden als we ooit aan een kruispunt elk onze eigen weg zouden gaan. En zo gebeurde het: op een dag verlieten wij allebei Gent, jij naar zee en ik naar de gemeente waar de ‘merelaars’ wonen; je trok je meer en meer terug... ik hield je niet tegen, het was wat het was maar ook de beste manier om mekaars pad nu en dan toch weer te kruisen en te kunnen zeggen: “ik ben blij je weer te zien” en de draad weer op te nemen. Stilaan werd je een verre vriend – een ‘oude’ vriend – en vandaag, op het laatste grote kruispunt moeten we onvermijdelijk voor altijd afscheid nemen.

 

Als zandkorrels in de woestijn weten we nooit wanneer de wind ons voorgoed uit elkaar zal waaien – ons weg zal vegen; dat is de grote onmacht. Hoe tegenstrijdig kan het leven zijn: wij treuren om wie ons zoveel vreugde bracht; dat is de grote paradox maar ook de sleutel voor de aanvaarding van ons levenslot. Leven en dood, geluk en verdriet: het ligt inderdaad verschrikkelijk dicht bij mekaar en dat schudt ons als mens soms volledig door elkaar... maar de pijn bij het ultieme afscheid is de barometer van onze vriendschap en toont ons hoezeer we in staat zijn om iemand graag te zien, over tijd en ruimte heen.

 

Waarin kunnen wij troost vinden? In navolging van een oude Perzische koning liet ik mij een ring maken waar een steunende spreuk in gegraveerd is. Op moeilijke momenten – zoals bij dit afscheid – draai ik die ring even rond aan mijn vinger om de magie van de bemoedigende inscriptie tot leven te brengen: this too shall pass !

 

Dag Koen… nog één keer – zoals wij vroeger afscheid namen: “see you in the moonlight”.

 

________voor Koen, zeer genegen __________Fantastoricus_______________

 

* uit de roman ‘het meisje in de trein’ van Paula Hawkins.

 

Meer op de blog fantastoricus.strikingly.com of facebook van Raphaël Snoeck

reageren kan ook op raphaelsnoeck@skynet.be