Samen tafelen is de beste manier om terug te kijken op onze avonturen; meer dan een paar goede bergschoenen en een rugzak met wat klimmateriaal hadden wij met ons vieren daarvoor niet nodig.
Bij het glas wijn tezamen ga ik dan als vanzelf ook aan het ‘mijmeren’: volgens Patrick is dat eigenlijk terugkijken met een content gevoel, bedekt door een deken die alle kou tegenhoudt. Ik liet mijn gedachten nog eens de ‘vrije loop’, en ging op die manier nog eens ‘op weg’ – noem het maar reizen in mijn hoofd – met heel veel relativering, zoals ik nu wel vaker doe.
Sinds mijn lichaam gehavend is, stopten voor mij ook de lange voettochten... Ik miste het heel erg – en natuurlijk vooral de beleving van ons samenzijn – maar op een dag vroeg ik mij af: “mocht ik het nog kunnen... zou ik het dan nog wel willen, dat bijna oeverloze stappen – het “malen”, mijl na mijl”? Ik vroeg mij ook af waarom we zo crazy waren: vrijdagnacht de rit met de auto naar Zwitserland, de volgende dag zo vlug mogelijk stappen naar een berghut, in het midden van de nacht verder zwoegen naar de bergtop, vijf minuten voor een foto en dan weer naar beneden want… zo snel mogelijk weer naar huis om maandag weer op het werk te zijn.
In Yogyakarta ontmoette ik later een wijze man die dat scherp benoemde: “to see, not to enjoy !” Ik begreep op slag zijn – en mijn – gevoel, dat al langer in mij sluimerde.
Soms denk ik weleens dat er vooral in het hooggebergte een virus heerst dat van mensen ‘summit conquerors’ maakt – ‘Gipfelstürmers’. Steeds meer van hen worden ook slachtoffer van die “drang” naar ‘steeds verder’ en ‘steeds hoger’: op weg naar de top van de Mount Everest sterven vandaag zelfs mensen van uitputting omdat ze in een lange wachtrij terecht komen aan de hoge zuurstofarme ‘zone des doods’. Toen ik op een keer zelf deel uitmaakte van een expeditie naar een achtduizender, kwamen wij op die manier onderweg drie doden tegen, waarvan er denkelijk twee de top niet eens hadden bereikt.
er blijkt een krachtmeting van de mens in de natuur, iets van “ik wil, ik maal van mijl tot mijl”,
de zucht naar harmonie is niet altijd even puur want we willen snel weer verder, zonder verwijl
je ziet de sporen op het lichaam, het gelaat, ‘t is niet altijd vrolijkheid maar een bewijs
van “ik besta” en “ik volbreng, dit is mijn daad” en de tellers op de meter zijn mijn prijs
we leggen het graag in beelden vast, van shot naar shot zonder veel tijdverlies,
de weg is uitgestippeld, we moeten verder want morgen staat er weer een nieuwe route klaar
slechts eenmaal wordt het beeld verlicht door wat biertjes en een lachend gezicht
want doorheen de opdracht van de leider schuilt in elke volger ook een lijder
sinds ik niet meer blijvend stappen kan met mijn gehavend ruimteschip
heb ik geleerd dat genieten nu voorop staat; nu geldt niet langer ‘to see not to enjoy’
zo leerde ik ook genieten van waldeinsamkeit, niet ‘eenzaam’ maar gezocht ‘alleen’, in ‘t bos:
gezeten aan de rand van woud of ven zie ik de zon verschuiven, van uur tot uur
ik heb sindsdien zoveel gezien, geproefd, gehoord, beleefd,
in de stilte wordt alles luider en schuif ik langzaam mee, de tijd heeft geen belang
ik heb heel veel en ver gestapt, tot hoog in de Himalaya... en toen ‘t niet meer kon was ik even verloren
maar dat was misschien nodig om te beseffen dat de ‘beleving’ van de tocht belangrijker is dan het doel
vandaag is er meer rust in mijn hoofd en hart sinds de verbondenheid voor mij nu groter is geworden
door evenwicht in “drang” en “we shall see” en vooral: het “echt” zien van de wonderen rondom mij
toch koester ik de wonderlijke momenten met ons vieren en ik zou er geen één willen missen
maar terug – en verder – kijkend, zonder spijt, is dit wat ik mijn kompanen wens: to see and to enjoy!
voor Patrick, Christ en Luc______________________ Raphaël en de Fantastoricus _______________
met dank aan Herman en Isabelle en alle fijne genodigden aan hun tafel.
meer op de blog fantastoricus.strikingly.com of facebook van Raphaël Snoeck
reageren kan ook op raphaelsnoeck@skynet.be