'Sun and stars’ or ‘rain and tears’? ‘Heaven’ or ‘hell’? Whatever! De kwetsbaarheid van het leven hoeft gretigheid voor dat leven niet uit te sluiten, maar als je verder moet met een indringende beperking of een groot verdriet, is het niet elke dag even gemakkelijk.
“Ik besef dat we als zonnebloemen zijn, we groeien in de richting waar we het meeste licht vangen. Dat we niet met zijn allen verenigd zijn in een grote estafette, dat ligt niet aan ons, dat ligt aan de lichtinval.”**
Met ouder worden groeit het besef dat we allemaal een keerpunt (kunnen) hebben – wanneer er een gebeurtenis komt die alles kan veranderen (how fragile we are). Dat heeft dan veel met een gevoel/ervaring van verlies te maken en hoe we daar kunnen/mogen mee omgaan.
“We worden geleerd om sterk te zijn… om geen zwakheid te tonen, maar ik heb geleerd dat sterk zijn een zwakte kan zijn. Je mag niet weglopen van verdriet... tears must fall.”***
Er wordt ons al vroeg geleerd om sterk te zijn en geen kwetsbare momenten te tonen – de meer duistere kant van ‘les choses de la vie’ moet in de schaduw blijven – maar het obligate ‘sterk zijn’ heeft ook een ‘zwakke kant’, ondanks de goeroes van het dogmatisch positieve denken, omdat het eigenlijk soms ook een ontkenning inhoudt van de nood aan een evenwichtig gevoelsleven; depressie, burn-out, angst en paniekaanvallen zijn geen tekenen van zwakheid. Het zijn eerder gevolgen van het veel te lang proberen sterk blijven... of/en ons zo voor te doen. Wie van nature of vanuit omstandigheden wat kwetsbaarder is of wordt kan denkelijk ook eerder gekwetst geraken. Omdat men nu eenmaal graag goochelt met etiketten noemt men dat dan maar hypersensitief.
Ook al onderteken ik zeker wel een hoopvolle ingesteldheid, ik zoek altijd evenwicht in de balans. Geniet ervan als het leven je toelacht maar loop niet weg van verdriet, zie het onder ogen; nu en dan mag de pijn uitgeschreeuwd worden en als het nodig is mogen er zelfs tranen vloeien; het is een belangrijke stap in het omgaan met de pijn van de verandering die naar heling, loutering en nieuw perspectief kan leiden. Die pijn kan overweldigend zijn – hoe groter de liefde hoe groter de pijn – maar is ook een nuttig teken dat we leven. We kunnen het niet vermijden en moeten het niet ontkennen (en we mogen echt meer delen dan die “leuke” vakantiefoto uit Ibiza.)
Daar is ook tijd voor nodig en dat is voor iedereen verschillend: we kunnen/mogen het elk slechts op onze eigen manier uiten. Pas na een rouwproces – het wordt ook wel verwerking genoemd – kan het denken weer de goede kant op gaan maar niet zoals bvb politici een nieuw progressief positief project uit hun hoed toveren, of het ons toch eigenlijk proberen aan te praten. Het is beter – en mogelijk – te streven naar een nieuw en rustiger evenwicht… en dàt is nu precies wat onze beleidsmakers maar niet kunnen – of willen – vinden.
Het leven bestaat nu eenmaal niet alleen uit ‘leukigheid’*, het kan soms best hard zijn – het gaat eigenlijk op en af – en dan is het een zegen bijzondere mensen te vinden die je steunen. Ook zij die ‘stralen’ lopen vroeg of laat wel eens door hun eigen schaduw; laat je dus vooral niet inpakken door vlotte praters en zelfverklaarde ‘stuurlui aan de wal’; het zijn ‘de stillen’ die naar je luisteren en om je geven; naar zulke mensen kan je op zoek gaan en als je er één vindt, probeer die dan – zonder te beklemmen, op te eisen of te verstikken – nooit meer los te laten, zelfs niet als je bang bent voor wat er gaat komen en vreest voor je gevoelens als je er aan toe geeft; onderschat ook de kracht niet van lotgenoten die bondgenoten kunnen worden.
Het is wel belangrijk om moedig te zijn – proberen je angsten te overwinnen – want je weet niet hoeveel tijd je hebt en hoeveel kansen je krijgt om iemand te vinden die je respecteert, naar je luistert en van je houdt zoals je bent. Eén der meest indringende levensbeperkingen is gebrek aan liefde. Die liefde kent nochtans vele vormen en laat zich niet vangen in één net: er zijn veel manieren om iemand graag te zien. Een belangrijk deel ervan is “zorg dragen”: dan bestaat het bewierookte maar overroepen grote geluk uit duizend kleine gelukjes.
Soms komt het uit een hoek waar je het niet onmiddellijk verwacht. Het zal voor sommigen raar klinken maar ik zal nooit vergeten dat – toen ik lang geleden geen mens vond om een groot verdriet kenbaar te maken, laat staan het te delen – ik alles kwijt kon aan een hond die mij een tijdje was toevertrouwd: stil, luisterend, geduldig aanwezig – en altijd blij mij te zien. Zonder één woord heeft het fijne dier er mij toen ‘doorgesleept’. Ik kon op dat moment geen mens vinden die zo ‘hondstrouw’ was. Het was vooral ook heel versterkend om zorg te kunnen dragen voor “een levend wezen”: door te geven krijg je veel terug.
Iets heel belangrijk in je levensregie is ontegensprekelijk je eigen attitude: het is eigenlijk iets bescheiden dat een groot verschil maakt.
Een beetje zelfreflectie nu mijn eigen lichaam een ‘gehavend ruimteschip’ is geworden:
‘Ik realiseer mij dat ik geen controle (meer) heb over elke situatie in mijn leven en dat ik misschien niet alles meer kan doen wat ik zou willen maar als ik ‘s ochtends wakker word kan ik wel zelf bepalen welke houding ik aanneem… En als dat de belangrijkste beslissing is die ik die dag kan nemen kan ik dat moment maar beter goed benutten, want wie weet wat ik daarmee kan bereiken.
Het ochtendmoment is dan ook voor mij zeer belangrijk: het is ook hét moment waarop ik probeer niet zwak te zijn en mijn demonen geen kansen te geven; dat is soms een huzarenstukje want ik ben echt geen vroege vogel, de aard van het beestje; maar goed: wie doet wat hij kan is waard dat hij leeft.
Ik kan wel leven met de gedachte dat onze persoonlijkheid niet zozeer bepaald wordt door onze talenten maar door de keuzes die we maken... maar soms kiest het leven in onze plaats. Ik geef toe: mijn rebels hart heeft het daar soms wel moeilijk mee... En toch: elke dag een stap brengt ons weer wat hoger op de trap.’
Ik ben dankbaar voor alle steun die ik al kreeg op moeilijke momenten en ik ben vooral blij dat ik zelf nu en dan voor iemand een ‘stille luisteraar’ kon/kan zijn. Ik leerde ook dat zij die schijnbaar voortdurend door de zon verwend worden soms dwangmatig voor hun schaduw uit lopen, maar vroeg of laat ontdekken dat ze die – onvermijdelijk – toch niet kunnen ontlopen. Ik kan ook steeds beter om met hen die het nodig vinden om mij – soms zelfs met meer dan sarcasme – terecht te wijzen voor mijn kwetsbaarheid, mijn gevoeligheden of mijn angsten en pijnen, omdat zij dan eigenlijk meer over zichzelf te kennen geven dan over mij. Ik begrijp wel – ook dat heb ik geleerd – dat dat ook goed bedoeld kan zijn.
Ik ben zelf al bijna heel mijn leven in de hulpverlening werkzaam; al in mijn jonge jaren noemde men mij in de vriendenkring met een milde glimlach ‘het sociaal accident’ omdat veel mensen bij mij belandden om hun hart te luchten, ondanks mijn eigen existentiële gevoeligheden en twijfels, die ik niet verborg... of misschien juist daardoor. (Het klopt denkelijk wel dat een dief/stroper een goede boswachter kan worden… You teach the best what you need to learn). Ik besef nu dat mijn mantra ‘van toen’ misschien wel confronterend kon klinken, hoe goed ik het ook bedoelde: “het komt allemaal wel in orde… maar niet vanzelf !” Toch vind ik dat ook vandaag nog steeds een goede “attitude”, of toch eentje waar ik naar streef.
_______voor Yves, zeilmaat van het eerste uur__________Fantastoricus_________
* ‘Leukigheid’ is een woord dat ik oppikte bij psychiater Dirk De Wachter.
** Quote van Rebekka de Wit, uit “We komen nog één wonder tekort”; aangebracht door Frances Lefebure: actrice/presentatrice (in Hit & run/DS magazine).
*** Graham Winston
Deze tekst is mee gevoed door scenario’s van TV-series Poldark, Mc Leod’s Daughters (guilty pleasure) en door Amberly Snider ( haar biografische film ‘Walk – Ride – Rodeo’)
meer op de blog fantastoricus.strikingly.com of facebook van Raphaël Snoeck
reageren kan ook op raphaelsnoeck@skynet.be