Return to site

het vreemde spel met de 'duivelsteen'

vervuiling van de Gentse binnenwateren

Naast de Schelde en de Leie had je in Gent, in het laaggelegen waterrijk gebied van de stad, vroeger veel meer kanaaltjes, grachtjes en zijarmen van beide rivieren, die hier in de buurt samen kwamen. Men telde hier ooit 70 eilanden. Nog niet zo lang geleden verdwenen de Plotersgracht, de Ottogracht, de Oude Veste, de Sassevaart, het Meerhemkanaal, verschillende blekersgrachten en ook de Schipgracht. Vele werden gedempt en overbouwd en zijn nog nauwelijks herkenbaar. Bij de Schipgracht kan men wel nog duidelijk de vaart herkennen. Dat dempen gebeurde grotendeels “natuurlijk” ttz door het aanslibben, wat dan weer bevorderd werd door het dumpen van alles en nog wat in die grachten. Zeker vanaf het moment dat men wist dat er een gracht zou gedempt worden was dat een ideale plaats om alle mogelijke afval kwijt te raken. Foto’s van de Schipgracht/Tichelrei rond 1947 zijn ronduit hallucinant. Deze Gentse binnenwateren waren alle vervuild, en dat was al het geval lang vóór 1947.

Nog erger was het rond 1900. Ooit gehoord van “het vreemde spel met de duivelsteen”? Nee, het heeft niets met Geeraard de Duivel of zijn steen(huis) te maken, maar alles met de ons bekende kinderkopjes (kasseien). Het is een verhaal geschreven in 1944 door Maurice Roelants en hij heeft het over de vervuiling van de Schipgracht rond 1900. Daar waar hij in 1895 geboren werd.

Uit “Gebed om een goed eind” van Maurice Roelants, 1944: De Schipgracht was een vuile stinkboel. Het dikke water…. Het was mij verboden nabij de reling van de Tichelrei/Schipgracht te spelen. Maar ik herinner mij de onrust in mijn hart, om het overtreden van dit verbod en om het vreemd verschijnsel: “het spel met de duivelsteen”. Grote jongens plonsten kasseien in het water. Het gaf een mollig geklok. Er schoot een wolk van modder door de waterkabbelingen. Giftig glanzende bellen broebelden er op het water en braken er open. De jongens staken vuur aan verfrommelde kranten en lieten die met lange stokken naar beneden bij de asgrouwe modderbrij. En plots… liepen er vlammen over het water. Waarachtig, het water brandde! “De vlammen van de hel” riepen de kerels. Opgeschrikt door de vlammen, sprongen ratten weg over de modder om tussen de brokken steen weer te verdwijnen.’

Waargebeurd? Zeker weten! In feite beschrijft hij hier een natuurkundig experiment, door straatjongens uitgevoerd, onbewust van wat er gaande was. Het brandbare methaangas, ontstaan door de afbraak van organische stoffen en opgeslagen in de dikke modder van de Schipgracht kwam naar boven door de kracht van de kassei. De brandende kranten deden het gas ontvlammen. Dat methaangas zou nog lang en overvloedig aanwezig blijven in de Gentse binnenwateren. Vooral bij warm zomerweer kwam het naar boven broebelen om samen met andere gassen de stank van rotte eieren te verspreiden door de binnenstad… Bootje varen toen? met een neusknijper op misschien – voor zover de smerige smurrie te bevaren was.

* Bron: Ghendtsche Tydinghen. Foto: Tichelrei 1947, vlak voor de demping (beeldbank, Stad Gent)

_______________________________________________Fantastoricus________________________

Met dank aan vriend Godfried – partner in crime, als stadsgids en bij “ de bootjes van Gent” – om dit verhaal met mij te delen.

Meer op de blog fantastoricus.strikingly.com of facebook van Raphaël Snoeck

reageren kan ook op raphaelsnoeck@skynet.be