Even stilstaan bij mijn verjaardag èn die van mijn schrijvend alter ego! Als Raphaël ben ik natuurlijk al enkele jaren in mijn ‘Abraham’-periode aanbeland maar Fantastoricus viert zijn twintigste verjaardag, geen verzilverd jubileum van kristal en porselein maar in de fleur van zijn leven. In al die jaren – ik verschiet er zelf van – heb ik al zowat 750 schrijfsels, verhalen en gedachten – die soms ook gedichtenworden – de wereld ingestuurd met de blog fantastoricus.strikingly.com... en ook via facebook of per mail. Ik wil niet te opdringerig zijn met mijn pennevruchten maar ik kan het niet laten. In dat verband zei een vriendin mij onlangs nog: “beschouw het als een tentoonstelling: de mensen zijn vrij om er naar te gaan kijken… of niet”.
Al altijd was er die verbeeldingsdrang in mij. Ik was lang geleden al getroffen door de woorden van Emily Brönte – ik weet het, ik blijf een hopeloze romanticus – uit ‘Wuthering Heights’: “Eerst vond ik de plek. Ik vroeg me af wie er gewoond had, hoe hun leven geweest was. Ik kreeg iets ingefluisterd en ik begon te schrijven. Mijn pen schept verhalen uit een wereld die kan hebben bestaan… een wereld die ik bedacht heb...”
Ondertussen ben ik in mijn lectuur wel gegroeid. ‘Reading is the inhale… writing is the exhale’!
Ik kijk op naar grote schrijvers. Niet zelden zijn zij getormenteerde kunstenaars: “Schrijven is jezelf compromitteren. Anders is het geen kunst. Je kunt het verdoezelen maar je schrijft altijd over jezelf. Ik schrijf het beste als er iets is waardoor ik op één of andere wijze moet lijden. Voor mij zit er geen inspiratie in de idylle. Schrijven is voor mij een vlucht uit de onverdraaglijke werkelijkheid”. (Tove Ditlevsen)
Voor mij mag het ook wel wat lichter zijn – als het zo uitkomt – maar ik heb natuurlijk ook niet de pretentie mijzelf bij de grote schrijvers te rekenen.
Ik krijg regelmatig commentaar op mijn schrijfsels en het is fijn om die respons te krijgen, welke kant het ook uitgaat: het is op zijn minst beter dan onverschilligheid. (Ik krijg nu van meer mensen het verzoek om de teksten ook via mail door te sturen). Als het wat autobiografisch wordt probeer ik dat met veel respect te doen voor hen die zich mogelijks in het verhaal herkennen, en als ik iemand citeer vermeld ik mijn bron. Waar het begon met geschiedkundige ‘vertelsels’ is het nu vaker ook wat meer filosofisch: de aard – en de leeftijd ;-)) – van het beestje.
‘Ik schrijf omdat ik niet weet wat ik denk totdat ik lees wat ik wil zeggen’ (Flannery O Connor). Schrijven heeft mij al vaker geholpen om klaarheid te scheppen in mijn gedachten en/of om die van mij af te schudden of te delen, in alle vrijheid. Daarvoor heb ik eigenlijk Fantastoricus in het leven geroepen. Toch heb ik nog te lang geleefd met “wat zal men hier van denken… mag ik dit wel schrijven?” Vandaag ben ik die schroom voorbij; ik heb lang genoeg geworsteld met onnodige schuldgevoelens (tja, de laatste sporen van mijn katholieke opvoeding).
Mijn blog heeft ook altijd een interactieve bedoeling gehad, niet om mekaar te overtuigen dat we de waarheid in pacht zouden hebben, maar als uitnodiging om samen met mij na te denken over de vragen – de verhalen – van het leven… Uiteindelijk is het mij vooral ook te doen om die wederkerigheid: als ik het lef heb om mijn verhalen/gedachten te willen delen moet ik ook openstaan voor elke ‘beschaafde’ vorm van kritiek; dat is precies hoe het werkt; zo blijft het geen éénrichtingsverkeer: het is de bedoeling om van gedachten te wisselen en alle reacties – dus ook met meer pittige kritiek – zijn welkom… met sommige mensen is een hele correspondentie ontstaan… Ik neem de tijd om reacties goed te lezen maar onrespectvolle trollencommentaren zijn wel tijdverlies: ‘t zijn er gelukkig weinig maar ze verdwijnen in de prullenbak, soms nog voor ik ze helemaal heb doorgelezen.
Soms zijn opmerkingen wel grappig, bvb toen iemand liet weten dat hij wat meer erotiek zou willen in mijn teksten. Meestal zijn reacties wel opmonterend: toen ik ‘de Oubliette’, één van mijn eerste verhalen, onlangs opnieuw verspreidde, kreeg ik zelfs een heel mooi compliment en een aansporing om in die richting verder te gaan: “het is alsof Edgar A. Poe en Stephen King samen aan dit verhaal geschreven hebben”. Amai! ;-))
Een belangrijke hulpbron in een levensbalans is – naast het verbonden zijn met mensen – het ‘doen’ van het ‘eigen ding’, zoveel als mogelijk zonder anderen te kwetsen. Zo ben ik in mijn eigen teksten niet meer op zoek naar compromissen en schrijf ik op mijn blog zelden in opdracht.
Ik schrijf om mijn denkgeest te legen en mijn hart te vullen (Paulo Coelho). Ik vind voor mijn schrijfsels inspiratie in mijn eigen ervaringswereld (vaak meer ‘echt waar gebeurd’ dan je zou denken) of die van anderen, maar verhalen kunnen ook uit mijn verbeelding komen. Dat loopt wel eens door elkaar, zoals fantasie en werkelijkheid in een roman, of het nu in de hij- of ikvorm is geschreven.
Ik maak wel duidelijk wanneer het om fictie of echt geschiedkundige feiten gaat… of een samengaan van de twee (zo is de blog eigenlijk begonnen: Fantastoricus is een samentrekking van fantasie en historie).
Er zijn ook verhalen die thuis horen in een categorie die ik ‘the story goes’ noem, omdat het dan gaat over een (stads)legende, een ‘broodje-aap-verhaal’, een mythe of een oncontroleerbare maar hardnekkige overlevering. Het gaat me in de meeste van die gevallen eigenlijk vooral om het verhaal op zich; trouwens: “als je geschiedenis wil bestuderen dan moet je tussen alle leugens op zoek gaan naar degene die het meest op de waarheid gelijken” (JJ. Rousseau). Zelfs als we dicht bij ‘een’ waarheid zouden komen zou die ondraaglijk zijn zonder wederzijds respect en begrip. Voor de rest: ‘Honi soit qui mal y pense !’
Woorden zijn de kleren van de gedachten! Schrijven is schrappen; ik ben niet snel tevreden: aan sommige teksten wordt lang gewerkt, met vallen en opstaan, tot ik de juiste toon vind; vaak komt er ook research aan te pas maar nu en dan ga ik na één nacht schrijven tevreden slapen: de tekst is dan al af. Ik geef ook ruimte aan citaten, teksten en bedenkingen van grote schrijvers en/of denkers, zeker als zij mijn gedachten beter kunnen uitdrukken dan ikzelf.
Steeds meer waag ik mij ook – zoals gezegd – aan meer filosofische beschouwingen: ik word met ouder worden altijd maar meer verwonderd en nieuwsgieriger… maar ook opstandiger als ik zie hoe ‘de mens’ steeds zelfdestructiever wordt, zich soms wreder gedraagt dan een roofdier… en zijn eigen nest bevuilt. Ik ‘moet’ daar dan over schrijven want wie zwijgt stemt toe... Verwacht dan geen ‘schone schijn’ maar een eerlijke – persoonlijke – getuigenis ivm vragen en zoekende antwoorden bij ‘les choses de la vie’.
We mogen wel niet opgeven: ik blijf hopen op een betere wereld, maar hoop is een wens waar we zelf onze schouders moeten onder zetten: niets is vanzelfsprekend. Ik ben geen uitgesproken optimist of pessimist maar steeds meer een realist… ik help mijzelf soms met een ‘mantra’ als ik te defaitistisch dreig te worden, zoals ‘il fera jour demain’, of ‘post tenebras spero lucem’ (na de duisternis verwacht ik het licht).
Vrijheid is een hoog goed, maar – ook al schop ik soms wel eens tegen een heilig huisje – ik probeer met mijn soms uitgesproken mening niemand bewust persoonlijk te kwetsen… en zolang ik kan, zal ik mij laten horen, of zoals mij moeder zei: “ach, laat hem maar doen… ondertussen doet hij geen ander kattekwaad!”
Met het ouder worden komen ook fysieke beperkingen; het is wat het is en ik zeg het wel vaker: mijn lichaam wordt stilaan een ‘gehavend ruimteschip’. De grote ontdekkingstochtten naar verre landen zijn voorbij maar ik kan nog reizen in mijn hoofd en met mijn hart.
Mijn eigen verjaardagswens van jaren geleden is – mits kleine aanpassingen – nog steeds relevant:
Op het kruispunt van wegen
Hier nu gekomen ga ik nog éénmaal op reis langs de wondere weg waar ‘ik’ begon,
met nog steeds betrachting van geloof in de mens: vrouw, geest en man.
Ik – hier en daar gelukt èn gefaald – kom nu in een nieuw tijdperk,
alle oude wegen beschouwend als speelgoed, thuis als decor,
alles dikwijls herschilderd en al lang onherkenbaar... maar de oorsprong is niet vergeten.
Ik voel liefde en razernij… ontgoocheld in de wereld zoals die is vandaag
maar voor wat die zou kunnen zijn nu nog meer liefdevol verlangen dan vorig jaar.
En steeds minder zelfbeklag... niet meer verstikt door de dwang van het ‘Mysterie’.
Op dit kruispunt van mijn wegen wacht ik op een melodie, mijn pen aarzelend stil op het blad,
met verhalen, gedachten en gedichten in mijn hart, soms verdoofd door de beukende storm in mij.
Ik wil mijn levenslied afmaken voor die storm geluwd is… niets meer, niets minder!
Iedereen die een deel van het pad met mij wil gaan is welkom,
alleen gaan we misschien het snelst maar met twee gaan we veel verder.
Greetsssss! Feel free!Live your Life with passion!Be gentle!
___________Post tenebras spero lucem___________Raphaël alias Fantastoricus___________
meer op fantastoricus.strikingly.com of facebook van Raphaël Snoeck
reageren kan ook op raphaelsnoeck@skynet.be