“ ik zie je lopen over straat
je wandelt zomaar over straat
je stopt en blijft even voor een boekenwinkel staan
ik denk zal ik wel of zal ik niet
ga ik weg voor je me ziet
of is het net beter om naar je toe te gaan
en dan praten, lang geleden, blablabla
en al dat soort van beleefddoenerij
dus ik denk laat maar, wat geweest is is geweest
en wat voorbij is onherroepelijk voorbij
en dan plots, alsof je 't weet, alsof je 't voelt,
zomaar ineens kijk je me aan
je ogen haken in de mijne, te laat om te verdwijnen
dus als aan de grond genageld blijf ik staan
en dus naar een café, wij naar een café,
en praten, lang geleden, blablabla,
en vooral niks aan de hand
en dan vertel je van die potvis, die magistrale potvis
eenzaam stervend op het gure noordzeestrand
Je praat over de toestand van het klimaat
het is volgens jou bijna te laat
kijk maar zo'n potvis raakt compleet het noorden kwijt
en over dringend en veranderen
over nu en durven handelen
over 5 voor 12 over de allerhoogste tijd
en ik kijk naar het bewegen van je mond, je handen, je ogen
maar ik heb geen flauw benul meer waar het over gaat
ik zit daar als bevroren en jij die praat en praat en praat en...
ik denk alleen maar aan die winternacht
toen je in mijn armen sliep
en hoe je van puur geluk
zomaar zonder kleren buiten de sneeuw in liep
weerloos in de winterkou
en dat ik nog elke dag, nog elke veel te lange dag,
kapot ga zonder jou “
Ik vind dat beeld heel ‘sterk’ – vergankelijkheid – en hoe dicht verlangen en ontgoocheling bij elkaar liggen.
’t Was fijn om te horen dat ook Raf en Mich zelf het koesteren als één van hun favoriete liedjes.
____________________________________Fantastoricus_________________
meer op de blog fantastoricus.strikingly.com of facebook van Raphaël Snoeck
reageren kan ook op raphaelsnoeck@skynet.be