Al lachende zegt de zot zijn mening. Humor is een saus met vele smaken. “Milde gein” ligt me het best maar een vleug ironie of sarcasme is me ook echt niet vreemd. Stand-up comedians worden daar voor betaald en trekken volle zalen, maar ik let er toch wat mee op, want in het dagelijks leven komt dat wel eens harder aan dan bedoeld. Toch is het een duiveltje in mij dat zelden in slaap is. Ik heb wel geleerd rekening te houden met de gevoeligheden van de persoon ‘aan de overkant’. Ik probeer niet nodeloos te kwetsen. Het is deel geworden van mijn ideeën rond vrije meningsuiting, vooral als het uitdagend wordt: het MAG natuurlijk… maar MOET het ook altijd ?
Ironie kan je beschrijven als milde spot. Sarcasme is wat confronterender en kan bijvoorbeeld geuit worden door prijzende taal die in flagrante tegenspraak is met wat kennelijk bedoeld is. Bij sarcasme is de toon scherper en de houding kritischer dan bij ironie. Bepaalde situaties kunnen op zichzelf ironisch zijn. De grens tussen ironie en sarcasme is niet altijd eenvoudig te trekken omdat de context en de toon sterk bepalen of iets als grappige of bijtende spot wordt ervaren.
Voor mij is er ook een grens: als sarcasme een uiting wordt van een stuitend of pijnlijk ongeloof in de oprechtheid of goede bedoelingen van de mensen, spreken we van cynisme.Bij cynisme ligt de nadruk op de afwijzende houding van de persoon die het uit maar eigenlijk zegt het heel veel over die persoon zelf – het grenst aan zelfverloochening. In dat troebele water wil ik liever niet zwemmen, laat staan verdrinken. En ook al steekt het soms de kop op, vooral als ik echt ‘pissig’ ben, ik wil geen verbittering in mijn ziel: dat heb ik mijzelf lang geleden al beloofd.
Sarcasme:
Een klagende reiziger sleurt zijn koffer binnen in de lobby van het enige hotel in het dorp en vraagt opgewonden: “Waarom ligt het station verdomme zo ver van het dorp”? “Ik weet het eigenlijk niet”, antwoordt de bediende aan de balie kalm, “maar ik vermoed dat ze wilden dat het station zo dicht mogelijk bij de spoorlijn lag”.
Cynisme:
Na een minder geslaagde gewrichtsoperatie vertelt Jan aan iemand dat de blijvende pijn hem depressief maakt. De repliek komt: “Dat zit tussen je oren”. Jan antwoordt op zijn beurt: ”Tussen mijn oren? Dan moet ik de chirurg dringend laten weten dat hij op de verkeerde plaats heeft gekerfd”.
Volgens onderzoekers van de Harvard Business School zorgt sarcasme ervoor dat zowel de gebruiker als de aanhoorder ervan creatiever worden in hun abstract denken. Dat klinkt misschien wat belerend, maar de conclusie is vrij eenvoudig: het gebruik van sarcasme maakt slimmer en duidt zelfs op hogere intelligentie. Om tot dat besluit te komen onderzochten liefst vier studies de cognitieve ervaringen van sarcastische mensen en testten de gedragsmatige gevolgen bij mensen om te onderzoeken of sarcasme een soort van diepere manier van denken is. Uit studie één en twee bleek dat zowel de mensen die sarcasme gebruiken als de aangesprokenen meer conflicten veroorzaken, maar dat ook hun creativiteit wordt gestimuleerd. Uit de derde studie bleek dat sarcasme getuigt van een grote capaciteit tot abstract denken en uit het vierde deel bleek dat sarcastische conversaties tussen mensen die vertrouwd zijn met elkaar vooral de creativiteit verhogen, en niet het conflict.
Als je nog eens een sarcastische grapje maakt en je mogelijks op wat vreemde blikken kan rekenen, dan heb je er nu een mooi argument bij: je maakt jezelf en de toehoorder op die manier intelligenter. Mooi meegenomen... toch? ;-))
P.S.: Als ik echt in opstand kom en wil reageren tegen onrecht dan laat ik wel alle franje vallen en word ik helemaal rechttoe-rechtaan, want wie zwijgt stemt toe. Wie dat dan cynisch noemt zegt misschien meer over zichzelf dan over mij.
_______________________________________________Fantastoricus___________
(Zie verder : Taaluniversum.org) foto door Hans Van der Borght
meer op de blog fantastoricus.strikingly.com of facebook van Raphaël Snoeck
reageren kan ook op raphaelsnoeck@skynet.be